
Bij een verkeerscontrole door de politie wordt veelal de ‘Trias Alcoholica’ toegepast. Hierbij wordt van de bestuurder gelet op:
- de gang: of deze wankelend is (of de bestuurder onvast ter been is)
- de spraak: of deze belemmerend is (of de bestuurder met dubbele tong praat)
- de ademlucht: of de adem naar alcohol ruikt
- bloeddoorlopen ogen.
De kenmerken van de Trias Alcoholica methode toegepast door de politie, zijn volgens de rechtspraak symptomen van dronkenschap en wordt in de jurisprudentie als zodanig geaccepteerd. De politie kan de bestuurder tevens bevelen om mee te werken aan:
- een blaastest: meting van het alcoholgehalte in de uitgeademde lucht, AAG.
- een bloedtest: meting van het alcoholgehalte in het bloed, BAG.