
Na het drinken komt alcohol via de slokdarm in de maag. Daar vermengt het zich met het aanwezige voedsel, vocht en maagzuur.
Een deel van de alcohol gaat via de maag naar de dunne darm. Via de darmwand komt de alcohol in het bloed. Vervolgens gaat het bloed naar het hart. Het hart pompt het bloed naar alle organen, waaronder de hersenen, lever en nieren.
- De hersenen zorgen voor de effecten bij alcoholgebruik;
- De lever zorgt voor de afbraak van de alcohol;
- De nieren zorgen voor de uitscheiding van de alcohol.
De hersenen zijn heel erg kwetsbaar. De bloedvaten in de hersenen zijn extra dik om bescherming te bieden tegen bacteriën en virussen; die kunnen er niet doorheen. Water, alcohol en drugs daarentegen wel. De alcohol in de hersenen beïnvloedt de werking van de zenuwen. Hierdoor merk je de effecten.
